Het geheugen van een computer, ook wel Random-Access Memory (RAM) genoemd, zorgt dat de processor meerdere taken tegelijk kan uitvoeren. Geheugen wordt gewoonlijk gemeten in gigabytes (GB). Een hoger aantal GB helpt wanneer een gebruiker meerdere programma's tegelijk kan uitvoeren en zorgt dat de computer de verschillende taken tegelijkertijd kan 'bijhouden'.   Geheugen wordt ook beschreven als DDR3, DDR4, enzovoort. DDR staat voor Double Data Rate (dubbele gegevenssnelheid). Gegevens worden ongeveer twee keer zo snel verwerkt als met een standaard geheugenmodule. Wanneer er een getal achter DDR staat, geeft dat aan dat het geheugen ongeveer twee keer zo snel is als de vorige generatie: DDR2 is twee keer zo snel als DDR, DDR3 is twee keer zo snel als DDR2, enz…

De processor (ook wel CPU) is het 'brein' van de computer dat het mogelijk maakt om programma's uit te voeren. Samen met het systeemgeheugen is de kracht van de processor bepalend voor de complexiteit van de software die je kunt uitvoeren, hoeveel programma's je tegelijkertijd kunt openen en hoe snel deze programma's werken. De snelheid van een processor (gemeten in GHz) bepaalt hoe goed en hoe snel de computer taken kan uitvoeren zoals spreadsheets maken, afbeeldingen openen, muziek afspelen, zoeken op internet, enzovoort.
Processors worden soms beschreven als dual-core, quad-core, enzovoort. In principe geldt dat hoe meer 'cores' oftewel kernen een processor heeft, hoe beter de processor meerdere taken tegelijk kan uitvoeren. Als je op zoek bent naar een computer die alleen eenvoudige bestanden hoeft te openen en bewerken, zoals tekstdocumenten of spreadsheets, heb je geen bijzonder snelle processor nog en ook niet meerdere kernen.  

Op de vaste schijf van de computer worden alle documenten, foto's, muziek, programma's en andere gegevens voor de gebruiker opgeslagen. Bestanden die je hebt gemaakt, geladen en/of opgeslagen, worden bewaard op een opslagstation. De omvang van een opslagstation wordt gemeten in opslageenheden die 'bytes' worden genoemd, van kilobytes of kB (1000 bytes) tot megabytes of MB (1000 kB), gigabytes of GB (1000 MB), terabytes of TB (1000 GB) en hoger. Hoe hoger het getal, hoe meer bestanden het station kan bevatten.
Opslagstations zijn er in de categorieën HDD (Hard Disk Drive of vaste schijf) of SSD (Solid State Drive). Het verschil tussen deze soorten stations is de methode waarmee gegevens worden vastgelegd en geopend. Een HDD gebruikt een draaiende schijf, waardoor de toegang tot de gegevens minder snel verloopt. Deze kan gewoonlijk echter meer gegevens bevatten dan een SSD. De draaisnelheid van een vaste schijf wordt gemeten in omwentelingen per minuut (RPM). Hoe hoger het getal voor RPM, des te sneller de toegang tot gegevens.